OECUMENISCHE ZANGGROEP
HEERHUGOWAARD
Nederlandse
vertaling van Carols 2024:
Away in a
manger, no crib for a bed, The cattle are lowing, the baby awakes, Be near me,
Lord Jesus, I ask thee to stay |
Weggestopt in een voerbak, geen wiegje als
bed, Legde de kleine Heer Jezus zijn lieve hoofd
neer. De sterren aan de heldere hemel keken neer op
waar hij lag, De kleine Heer Jezus, in slaap op het hooi. Het vee loeit, de baby wordt wakker, Maar de kleine Heer Jezus, hij huilt niet; Ik hou van u, Heer Jezus! Kijk naar beneden
uit de hemel En blijf aan mijn zijde tot de morgen nabij
is. Wees dicht bij mij, Heer Jezus, ik vraag u om
voor altijd Dicht bij mij te blijven, en hou van mij, bid
ik. Zegen al de lieve kinderen in uw tedere zorg, En bereid ons voor op de Hemel om daar met u
te leven. |
Ding dong! Merrily on high in heav’n the bells are
ringing Ding dong! Verily the sky is riv’n with angel
singing Gloria, Hosanna in excelsis! Gloria, Hosanna in excelsis! E’en so here below, below, let steeple bells be swungen, And io,io,io, by priest and people sungen. Gloria, Hosanna in excelsis! Gloria, Hosanna in excelsis! Pray you, dutifully prime your matin chime, ye ringers May you beautifully rime your evetime song, ye singers Gloria,
Hosanna in excelsis |
Ding dong! De bellen rinkelen vrolijk daarboven in de hemel Ding dong! De lucht is opengespleten door zingende engelen Gloria, Hosanna in excelcis! Gloria, Hosanna in excelcis! Laat ook hier beneden de torenklokken zwaaien, En io, io, io, door priester en volk gezongen worden. Gloria, Hosanna in excelcis! Gloria, Hosanna in excelcis! Bereid uw ochtendgebeier alstublieft plichtsgetrouw voor, gij klokkeluiders Moge gij uw avondlied prachtig laten rijmen, gij zangers Gloria,
Hosanna in excelcis! |
Gloria! Gabriel’s Message Gloria The angel Gabriel from heaven came, His wings as drifted snow, his eyes as flame; 'All hail,' said he, 'thou lowly maiden Mary, Most highly favour'd lady,' Gloria! 'For known a blessed Mother thou shalt be, All generations laud and honour thee, Thy Son shall be Emmanuel, by seers foretold. Most highly favour'd lady,' Gloria! Then gentle Mary meekly bowed her head, 'To me be as it pleaseth God,' she said, 'My soul shall laud and magnify His Holy Name.' Most highly favour'd lady, Gloria! Of her, Emmanuel, the Christ, was born In Bethlehem, all on a Christmas morn, And Christian folk throughout the world will ever say: 'Most highly favour'd lady,' Gloria! |
Gabriëls Boodschap Gloria De
engel Gabriël kwam van de hemel, Zijn
vleugels als opgestoven sneeuw, zijn ogen als vlammen; "Wees
gegroet", zei hij, "gij nederige maagd Maria, Meest
bevoorrechte vrouw", Gloria! “Want
als gezegende moeder zult ge bekend staan, Alle
generaties loven en eren u, Uw
zoon zal Immanuël zijn, zoals door profeten voorspeld. Meest
bevoorrechte vrouw", Gloria! Toen
boog de vriendelijke Maria nederig haar hoofd, "Mij
geschiede zoals het God behaagt", zei zij, "Mijn
ziel zal zijn heilige Naam loven en verheerlijken". Meest
bevoorrechte vrouw. Gloria! Uit
haar werd Immanuël, de Christus, geboren In
Bethlehem, al op een Kerstmorgen, En
Christenmensen op de hele wereld zullen altijd zeggen: "Meest
bevoorrechte vrouw, Gloria!" |
God rest you
merry, gentlemen, The shepherds
at those tidings Rejoiced much
in mind, And left their
flocks a-feeding, In tempest,
storm and wind, And went to
Bethlehem straightway This blessed
babe to find: But when to
Bethlehem they came, Whereat the
infant lay, They found him
in a manger, Where oxen feed
on hay; His mother Mary
kneeling, Unto the Lord
did pray: O tidings of
comfort and joy, Now to the Lord
sing praises, All you within
this place, And with true
love and brotherhood Each other now
embrace; This holy tide
of Christmas All others doth
deface: O tidings of
comfort and joy, |
God laat u blij zijn, heren, laat niets u ontmoedigen, want Jezus Christus onze Redder werd op deze dag geboren, om ons van Satans macht te redden als wij afdwaalden: O boodschap van troost en vreugde, Troost en vreugde, O boodschap van troost en vreugde! Van God onze hemelse Vader kwam een gezegende engel, en tegen zekere herders brachten zij er een boodschap over, hoe in Bethlehem geboren werd de Zoon van God genaamd: O boodschap van troost en vreugde, Om die boodschap waren de herders innerlijk zeer verheugd, en lieten hun kuddes grazen, in noodweer, storm en wind, en gingen onmiddellijk naar Bethlehem om deze gezegende baby te vinden: O boodschap van troost en vreugde, Maar toen ze in Bethlehem kwamen, waar het kind lag, vonden ze hem in een voerbak, waar ossen hooi uit eten; Zijn knielende moeder Maria, bad tot God: O boodschap van troost en vreugde, Zingt nu lofliederen voor de Heer, U allen in deze ruimte, en met echte liefde en vriendschap, omhels elkaar; Deze heilige Kersttijd overschaduwt alle andere: O boodschap van troost en vreugde, |
Good king Wenceslas Good King Wenceslas look'd
out On the feast of Stephen When the snow lay round about, Deep, end crisp, and even: Brightly shone the moon that night, Though the frost was cruel, When a poor man came in sight, Gath'ring
winter fuel. 'Hither, page, and stand by me, If thou know'st it,
telling, Yonder peasant, who is he? Where and what his dwelling?' 'Sire, he lives a good league hence, Underneath the mountain, Right against the forest fence, By Saint Agnes fountain.' 'Bring me flesh and bring me wine, Bring me pine-logs hither: Thou and I will see him dine, When we bear them
thither.' Page and monarch, forth they went, Forth they went together; Through the rude wind's wild lament And bitter was the weather. 'Sire, the night is darker now, And the wind blows stronger; Fails my heart, I know not how; I can go no longer.' 'Mark my footsteps, good my page; Tread thou in them boldly: Thou shalt find the winter's rage Freeze thy blood less coldly.' In his master's steps he trod, Where the snow lay dinted; Heat was in the very sod Which the Saint had printed. Therefore, Christian men, be sure, Wealth or rank possessing,- Ye who now will bless the poor,- Shall yourselves find blessing. |
De goede
koning Wenceslas De goede
koning Wenceslas keek uit Op het feest
van Stephanus* Toen de
sneeuw rondom lag, Diep en
knisperend en glad: Helder scheen
de maan die nacht, Hoewel de
vorst genadeloos was, Toen een arme
man in zicht kwam, Die
winterbrandstof verzamelde. "Hier,
schildknaap, en kom bij me staan, Als je het
weet, vertel het dan, Gindse boer,
wie is hij? Waar en wat
is zijn verblijfplaats?" "Sire,
hij woont een goede mijl hier vandaan, Onder aan de
berg, Direct tegen
de rand van het woud, Bij de
fontein van Sint Agnes." "Breng
me vlees en breng me wijn, Breng me
blokken dennenhout: Gij en ik
zullen hem zien dineren, Als we ze
daarheen dragen." Schildknaap
en vorst, voort gingen zij, Samen gingen
zij voort; Door het
wilde gejammer van de ruwe wind En bitter was
het weer. "Sire,
de nacht is donkerder nu, En de wind
waait sterker; Faalt mijn
hart, ik weet niet hoe; Ik kan niet
langer gaan." "Let
goed op mijn voetstappen, mijn knaap; Stapt gij er
dapper in: Gij zult
merken dat de woede van de winter Uw bloed minder
koud laat stollen." In zijn
meesters voetstappen stapte hij, Waar de
sneeuw ingedeukt was; Warmte zat in
juist die zoden Waarop de
Heilige een afdruk had gemaakt. Daarom,
Christen mensen, weest zeker, Of ge weelde
of status bezit,- Gij die nu de
armen wilt zegenen,- Zal zelf
zegen ondervinden. * 26
december |
Hark! The
herald angels sing, Refrain Hark! the herald angels sing, Christ, by highest heav’n adored; Refrain Hail the heav’nborn Prince of Peace! Refrain |
Hoor! De engelenbodes zingen, "Eer aan de pasgeboren Koning; Vrede op aarde en milde genade, God en zondaars verzoend!" Al gij naties, sta vreugdevol op, Voeg u bij de triomf van de hemelen; Verklaar met de engelenschaar, "Christus is geboren in Bethlehem!" Refrein Hoor! De engelenbodes zingen, "Glorie aan de pasgeboren Koning!" Christus, door de hoogste hemel aanbeden; Christus de eeuwigdurende Heer; Laat in de tijd, zie hem komen, Nakomeling uit de schoot van een maagd. Zie de in vlees verhulde Goddelijkheid; Begroet de vleesgeworden Godheid, Die verkoos om als mens onder mensen te
wonen, Jezus onze Immanuel. Refrein Begroet de hemelse Prins van de Vrede! Begroet de Zoon der Gerechtigheid! Licht en leven brengt Hij aan allen, Opgestaan met genezing achter de hand. Goedaardig legt hij zijn eer opzij, Geboren, mag die man niet meer sterven. Geboren om de zonen der aarde te verheffen, Geboren om hen wedergeboorte te geven. Refrein |
In the bleak midwinter Frosty wind made moan, Earth stood hard as iron, Water like a stone; Snow on snow, Snow on snow, In the bleak midwinter, Long ago. Our God, heav'n cannot
hold him Nor the earth sustain; Heav'n and earth shall flee away When he comes to reign: In the bleak midwinter A stable place sufficed The Lord God Almighty Jesus Christ. Enough for him, whom cherubim Worship night and day, A breastful of milk, And a mangerful of hay; Enough for him, whom angels Fall down before, The ox and ass and camel Which adore. Angels and archangels May have gathered there, Cherubim and seraphim Thronged the air: But only his mother In her maiden bliss Worshipped the beloved With a kiss. What can I give him, Poor as I am? If I were a
shepherd I would bring a lamb; If I were a wise man I would do my part; Yet what I can I give him Give my heart. |
In de gure
midwinter Kreunde de
ijzige wind, De aarde
was hard als ijzer, Water als een
steen; Sneeuw op
sneeuw, Sneeuw op
sneeuw, In de gure
midwinter, Lang geleden. Onze God, de
hemel kan hem niet tegenhouden Noch kan de
aarde volharden; Hemel en
aarde zullen wegvluchten Als hij komt
heersen: In de gure
midwinter Voldeed een
plaats in de stal De Here God
Almachtig Jezus
Christus. Genoeg voor
hem, die cherubijnen Dag en nacht
aanbidden, Een borst vol
met melk, Een kribbe
vol hooi, Genoeg voor
hem, waar de engelen Voor
neervallen, Wie de os en ezel
en kameel vereren. Engelen en
aartsengelen Kunnen daar
bijeengekomen zijn, Cherubijnen
en serafijnen Verdrongen
elkaar in de lucht: Maar alleen
zijn moeder In haar
maagdelijke gelukzaligheid Aanbad de
geliefde Met een kus. Wat kan ik
hem geven, Arm als ik
ben? Als ik een
herder was Zou ik een
lam brengen; Als ik een
wijs man was Zou ik mijn
bijdrage leveren; Toch, geef ik
hem wat ik kan Ik geef mijn
hart. |
|
|
|
|
I wonder as I wander I wonder as I wander out
under the sky, How Jesus, the Saviour,
did come for to die. For poor or-nery people like you and like I: I wonder as I wander, out
under the sky. When Mary birthed Jesus,
'twas in a cow's stall, With wise men and farmers
and shepherds and all. But high from God's
heaven, a star's light did fall, And the promise of ages it
then did recall. If Jesus had wanted for
any wee thing: A star in the sky, or a
bird on the wing; Or all of God's Angels in
heaven to sing, He surely could have it,
cause he was the King! I wonder as I wander out
under the sky, How Jesus, the Saviour,
did come for to die. For poor or-nery people like you and like I: I wonder as I wander out
under the sky. |
Ik vraag me af terwijl ik dwaal Ik vraag me af terwijl ik onder de hemel dwaal, Hoe Jezus, de Verlosser, kwam om te sterven. Voor arme gewone mensen zoals jij en zoals ik: Ik vraag het me af terwijl ik onder de hemel
dwaal. Toen Maria Jezus baarde, was het in een
koeienstal, Met wijze mannen en boeren en herders en zo. Maar hoog uit Gods hemel, kwam het licht van een
ster, En de belofte der eeuwen werd erdoor in
herinnering gebracht. Als Jezus iets kleins had gewild: Een ster in de lucht, of een vogel in volle
vlucht, Of al Gods engelen die zingen in de hemel, Hij zou het zeker kunnen krijgen, want Hij was de
Koning. Ik vraag me af terwijl ik onder de hemel dwaal, Hoe Jezus de Verlosser’, kwam om te sterven Voor arme gewone mensen zoals jij en zoals ik; Ik vraag het me af terwijl ik onder de hemel
dwaal. |
||
Myn Lyking 1. I saw a fair mayden sytten
and sing. She lulled a lyttel childe, A sweete Lording. Lullalay. Lullalay Lullay my dere herte, myn own dere derling. 2.That same Lord is he that made allething; Of alle lord is he is Lord, of alle kynges Kyng, Lullalay. Lullalay Lullay my dere herte, myn own dere derling. 3.There was mickle melody at that childes birth. All that were in heav’nly bliss, they made micle mirth. Lullalay. Lullalay Lullay my dere herte, myn own dere derling. 4.Angels bright sang their son to that child; Blyssed be thou, abd so be she, so meek and so mild. Lullalay. Lullalay Lullay my dere herte, myn own dere derling. |
Mijn Lieveling Ik zag een mooi
meisje zitten en zingen. Zij zong een klein
kindje in slaap, een kleine lieve Heer. Lullalay, lullalay, Lullalay mijn lieve
hartje, Mijn eigen lieve
schatje. Die zelfde Heer is
hij die alles maakte; Van alle heren is
hij Heer, van alle koningen Koning. Lullalay, lullalay, Lullalay mijn lieve
hartje, Mijn eigen lieve
schatje. Er was veel
melodie bij de geboorte van dat kind. Het was allemaal
in hemels geluk, ze maakten veel vrolijkheid. Lullalay, lullalay, Lullalay mijn lieve
hartje, Mijn eigen lieve
schatje. Blinkende engelen
zongen hun lied voor dat kind; Gezegend zijt gij,
en ook zij, zo deemoedig en onschuldig. Lullalay, lullalay, Lullalay mijn lieve
hartje, Mijn eigen lieve
schatje. |
Nativity Carol
Born in a stable so bare, Born so long ago; Born 'neath light of star He who loved us so. Refrain: Far away silent he lay, Born today, your homage pay, For Christ is born for aye, Born on Christmas Day. Cradled by mother so fair, Tender her lullaby; Over her son so dear Angel hosts fill the sky. Refrain. Wise men from distant far
land, Shepherds from starry hills worship this babe so rare, Hearts with his warmth he fills. Refrain. Love in that stable was born Into our hearts to flow; Innocent dreaming babe, Make me thy love to know. Refrain. |
Geboorte
Lied Geboren
in een stal zo kaal, Zo
lang geleden geboren; Geboren
onder sterrenlicht Hij
die ons zo liefhad. Refrein: Ver
weg lag hij stil, Vandaag
geboren, breng je hulde, Want
Christus is geboren voor eeuwig, Geboren
op eerste Kerstdag. In
de wieg gelegd door een moeder zo schoon, Teder
haar wiegelied; Boven
haar zoon zo lief Vullen
engelen scharen de hemel. Refrein. Wijze
mannen uit een ver, ver land, Herders
uit heuvels onder de sterren Aanbidden
deze zo zeldzame baby, Hij
vult harten met zijn warmte. Refrein. Liefde
werd in die stal geboren Om
in onze harten te vloeien; Onschuldige
dromende baby, Laat
mij uw liefde kennen. Refrein. |
O come, all ye faithful, Joyful and triumphant, O come ye, o come ye to Bethlehem; Come and behold him Born the King of Angels: O come, let us adore him, Christ the Lord. God of God Light of Light, Lo! He abhors not the Virgin's womb; Very God, Begotten, not created: O come, let us adore him, Christ the Lord. See how the shepherds, Summoned to his cradle, Leaving their flocks, draw nigh with lowly fear; We too will thither Bend our joyful footsteps: O come, let us adore him, Christ the Lord. Lo! Star-led chieftains, Magi, Christ adoring, Offer him incense, gold and myrrh; We to the Christ Child Bring our heart's oblations: O come, let us adore him, Christ the Lord. Child, for us sinners Poor and in the manger, Fain we embrace thee, with awe and love; Who would not love thee, Loving us so dearly? O come, let us adore him, Christ the Lord. Sing, choirs of angels, Sing in exultation, Sing, all ye citizens of heav'n
above; Glory to God in the highest: O come, let us adore him, Christ the Lord. Yea, Lord, we greet thee, Born this happy morning, Jesu, to thee be glory giv'n; Word of the Father, now in flesh appearing: O come, let us adore him, Christ the Lord. |
O komt, allen
gij gelovigen, Blij en triomfantelijk, O komt gij, o
komt gij naar Bethlehem; Komt en
aanschouwt hem Geboren de
Koning der Engelen: O komt, laten
wij hem aanbidden, Christus de Heer. God uit God, Licht uit
Licht, Ziet! Hij
verafschuwt de schoot van de Maagd niet; Echte God,
Geboren, niet geschapen: O komt, laten
wij hem aanbidden, Christus de Heer. Ziet hoe de
herders, Bij zijn
kribbe ontboden, Hun kudden
achterlatend, nederig bevreesd naderen; Ook wij
zullen daarheen Onze blijde
schreden richten: O komt, laten
wij hem aanbidden, Christus de Heer. Ziet!
Opperhoofden, door een ster geleid, Magiërs, die
Christus aanbidden, Offeren hem
wierook, goud en mirre; Wij brengen
het Christus Kind De offeranden
van ons hart: O komt, laten
wij hem aanbidden, Christus de Heer. Kind, voor
ons zondaars Arm en in de
kribbe, Graag
omhelzen wij u, met ontzag en liefde; Wie zou u
niet liefhebben, Die ons zo
innig lief heeft? O komt, laten
wij hem aanbidden, Christus de Heer. Zingt,
engelen koren, Zingt in
verrukking, Zingt, al gij
burgers van de hemel boven; Glorie tot
God in den hoge: O komt, laten
wij hem aanbidden, Christus de Heer. Ja, Heer, wij
begroeten u, Geboren op
deze gelukkige morgen, Jezus, aan u
zij de glorie gegeven; Woord van de
Vader, nu in vlees verschijnend: O komt, laten
wij hem aanbidden, Christus de Heer. |
Once in royal David's city Stood a lowly cattle shed, Where a mother laid her baby In a manger for his bed: Mary was that mother mild, Jesus Christ her little child. He came down to earth from heaven Who is God and Lord of all, And his shelter was a stable, And his cradle was a stall; With the poor and mean and lowly Lived on earth our Saviour holy. And through all his wondrous childhood He would honour and obey, Love and watch the lowly maiden, In whose gentle arms he lay: Christian children all must be Mild, obedient, good as he. For he is our childhood's pattern, Day by day like us he grew, He was little, week, and helpless, Tears and smiles like us he knew: And he feeleth for our
sadness, And he shareth in our
gladness. And our eyes at last shall see him, Through his own redeeming love, For that child so dear and gentle Is our Lord in heaven above. And he leads his children on To the place where he is gone. Not in that poor lowly stable, With the oxen standing by, We shall see him; but in heaven, Set at God's right hand on high; Where like stars his children crowned All in white shall wait around. |
In de
koninklijke stad van David stond eens
een nederige veeschuur, Waar een
moeder haar baby in een Kribbe legde
als bed: Maria was die
zachtaardige moeder, Jezus
Christus haar kleine kind. Hij die God
is en Heer van allen, daalde naar
de aarde af uit de hemel, en zijn
onderkomen was een stal, en zijn wieg
was een plek in een stal; Met de armen
en de geringen en nederigen
leefde onze
heilige Redder op aarde. En zijn hele
wondere kindsheid door zou hij eren
en gehoorzamen, liefhebben en
in 't oog houden, de nederige
maagd in wier tedere armen hij lag: Christenkinderen
moeten allemaal zachtaardig,
gehoorzaam en goed zijn zoals hij. Want hij is
het voorbeeld voor onze kindsheid, dag na dag
groeide hij zoals wij, hij was
klein, zwak en hulpeloos, tranen en
glimlachen kende hij als wij: en hij voelt
onze droefheid aan, en hij deelt
in onze blijdschap. En
uiteindelijk zullen onze ogen hem zien, door zijn
eigen bevrijdende liefde, want dat kind
zo lief en teder is onze Heer
in de hemel boven. en hij leidt
zijn kinderen voort naar de
plaats waarheen hij gegaan is. Niet in die
arme nederige stal, met de koeien
er bij staand, zullen wij
hem zien; maar in de hemel, gezeten aan
Gods rechterhand in den hoge; waar zijn
kinderen als sterren gekroond allemaal in
het wit zullen rondlopen. |
See amid the winter's snow, Born for us on earth below; See the tender Lamb appears, Promis'd
from eternal years: Refrain: Hail, thou ever blessed morn: Hail, redemption's happy dawn; Sing through all Jerusalem, Christ is born in Bethlehem. Lo, within a manger lies He who built the starry skies; He who, throned in height sublime, Sits amid the cherubim: Refrain: Say, ye holy shepherds, say What your joyful news today: Wherefore have you left your sheep On the lonely mountain steep? Refrain: 'As we watch'd at dead of
night, Lo, we saw a wondrous light; Angels singing "Peace on earth" Told us of the Saviour's birth: Refrain: Sacred infant, all divine, What a tender love was thine, Thus to come from highest bliss Down to such a world like this: Refrain: Teach, O teach us, Holy Child, By thy face so meek and mild, Teach us to resemble thee, In thy sweet humility: Refrain: |
Zie temidden van de wintersneeuw, Geboren voor
ons beneden op aarde; Zie het
tedere Lam verschijnt, Eeuwen
geleden beloofd: Refrein Heil, gij
altijd gezegende morgen: Heil,
gelukkige dageraad van verlossing; Zing door
heel Jeruzalem, Christus
is geboren in Bethlehem Kijk, in een
kribbe ligt Hij die de
sterrenhemel bouwde; Hij die, op
verheven troon, Tussen de
engelen zit: Refrein Zeg, gij
heilige herders, zeg Wat is je
blijde nieuws vandaag: Waarom hebben
jullie je schapen Op de eenzame
steile berg gelaten? Refrein 'Toen we in
het holst van de nacht de wacht hielden, Zie, we zagen
een verwonderlijk licht; Engelen
zingend "Vrede op aarde" Vertelden ons
over de geboorte van de Heiland: Refrein Geheiligd
kind, helemaal goddelijk, Wat een
tedere liefde had gij, Om zo van
hoogste zaligheid omlaag te komen naar een
wereld als deze: Refrein Leer, O leer
ons, Heilig Kind, Door uw zacht
en goedaardig aangezicht, Leer ons op u
te gelijken, in uw lieve
nederigheid: Refrein |
The first
Nowell the angel did say Was to certain
poor shepherds in fields as they lay; In fields
where they lay, keeping their sheep, On a cold
winter's night that was so deep: Refrain: Nowell, nowell, nowell, nowell, Born is the
King of Israel. They looked up
and saw a star, Shining in the
east, beyond them far; And to the
earth it gave great light, And so it continued
both day and night: Refrain And by the
light of that same star, Three wise men
came from country far; To seek for a
king was their intent, And to follow
the star wherever it went: Refrain This star drew
nigh to the north-west; O'er Bethlehem
it took its rest, And there it
did both stop and stay Right over the
place where Jesus lay: Refrain Then enter'd in those wise men three, Full rev'rently up on their knee, And offer'd there in his presence Their gold and
myrrh and frankincense: Refrain Then let us
all with one accord Sing praises
to our heav'nly Lord, That hath made
heav'n and earth of naught, And with his
blood mankind hath bought: Refrain |
De eerste "vreugderoep" die de
engel zei Was tot zekere arme herders die in de velden
lagen; In velden waar ze lagen, hun schapen hoedend, Diep in een koude winternacht: Refrein: Nowell, nowell, nowell, nowell, Geboren is de Koning van Israël. Ze keken op en zagen een ster, Schijnend in het oosten, ver voorbij hen; En op de aarde gaf het een groot licht, En zo ging het dag en nacht door: Refrein En bij het licht van diezelfde ster, Kwamen drie wijze mannen uit een ver land; Naar een koning te zoeken was hun bedoeling, En om de ster te volgen waarheen hij ook
ging: Refrein Deze ster trok bijna naar het noordwesten; Boven Bethlehem nam hij zijn rust, En daar stopte hij en bleef staan Precies boven de plek waar Jezus lag: Refrein Toen gingen die drie wijze mannen naar
binnen, Heel eerbiedig op hun knieën, En offerden daar in zijn aanwezigheid Hun goud en mirre en wierook: Refrein Laten wij dan allen éénstemmig Lof zingen tot onze hemelse Heer, Die hemel en aarde gemaakt heeft uit niets, En met zijn bloed de mensheid gekocht heeft: Refrein |
*Nowell is een
middeleeuwse vreugderoep die in Engelse kerstliederen nog gebruikt wordt.
Hiervoor is geen goede vertaling. In het Frans is dit Noël geworden, het
woord voor kerstfeest. |
Torches,
torches, run with torches
Sing,
my friends, and make you merry, |
Toortsen, toortsen, ren met toortsen de hele weg naar Bethlehem! Christus is geboren en ligt nu te slapen: Kom en zing je lied voor hem! Ah, ro-ro,
ro-ro mijn baby terwijl wij voor jou ons roro zingen. Zing, mijn vrienden, en maak je
vrolijk, Vreugde en blijdschap, en dan
weer vreugde: Kijk, hij leeft, de Koning van de
hemel, Nu en altijd. Amen, |