”ECHO”

                                                                               OECUMENISCHE  ZANGGROEP

                                                                                        HEERHUGOWAARD

 

                              Nederlandse vertaling van Carols 2024:                                                 up_homepage

 

Away in a manger

Ding dong! Merrily on high

Gabriel’s message

God rest you merry, gentlemen

Good king Wenceslas

Hark the herald angels sing

In the bleak midwinter

I Wonder as I Wander

Myn Lyking

Nativity Carol

O come all ye faithful

Once in royal Davids city

See amid the winter's snow

The first Nowell

Torches

 

 

 

 

 

 

Away in a manger

 

Away in a manger, no crib for a bed,
The little Lord Jesus laid down his sweet head.
The stars in the bright sky looked down where he lay,
The little Lord Jesus, asleep on the hay.

 

The cattle are lowing, the baby awakes,
But little Lord Jesus, no crying he makes;
I love thee, Lord Jesus! Look down from the sky
And stay by my side until morning is nigh.

 

Be near me, Lord Jesus, I ask thee to stay
Close by me forever, and love me, I pray;
Bless all the dear children in thy tender care,
And fit us for Heaven to live with thee there
.

Weggestopt in een voerbak, geen wiegje als bed,

Legde de kleine Heer Jezus zijn lieve hoofd neer.

De sterren aan de heldere hemel keken neer op waar hij lag,

De kleine Heer Jezus, in slaap op het hooi.

 

Het vee loeit, de baby wordt wakker,

Maar de kleine Heer Jezus, hij huilt niet;

Ik hou van u, Heer Jezus! Kijk naar beneden uit de hemel

En blijf aan mijn zijde tot de morgen nabij is.

 

Wees dicht bij mij, Heer Jezus, ik vraag u om voor altijd

Dicht bij mij te blijven, en hou van mij, bid ik.

Zegen al de lieve kinderen in uw tedere zorg,

En bereid ons voor op de Hemel om daar met u te leven.

up_naarboven

 

 

Ding dong! Merrily on high

 

Ding dong! Merrily on high

in heav’n the bells are ringing

Ding dong! Verily the sky

is riv’n with angel singing

Gloria, Hosanna in excelsis!

Gloria, Hosanna in excelsis!

 

E’en so here below, below,

let steeple bells be swungen,

And io,io,io, by priest

and people sungen.

Gloria, Hosanna in excelsis!

Gloria, Hosanna in excelsis!

 

Pray you, dutifully prime

your matin chime, ye ringers

May you beautifully rime

your evetime song, ye singers

Gloria,  Hosanna in excelsis

Ding dong! De bellen rinkelen

vrolijk daarboven in de hemel

Ding dong! De lucht is opengespleten

door zingende engelen

Gloria, Hosanna in excelcis!

Gloria, Hosanna in excelcis!

 

Laat ook hier beneden

de torenklokken zwaaien,

En io, io, io, door priester

en volk gezongen worden.

Gloria, Hosanna in excelcis!

Gloria, Hosanna in excelcis!

 

Bereid uw ochtendgebeier alstublieft

plichtsgetrouw voor, gij klokkeluiders

Moge gij uw avondlied prachtig

laten rijmen, gij zangers

Gloria, Hosanna in excelcis!

up_naarboven

 

 

Gabriel’s Message

 

Gloria!

Gabriel’s Message

 

Gloria

The angel Gabriel from heaven came,

His wings as drifted snow, his eyes as flame;

'All hail,' said he, 'thou lowly maiden Mary,

Most highly favour'd lady,' Gloria!

 

'For known a blessed Mother thou shalt be,

All generations laud and honour thee,

Thy Son shall be Emmanuel, by seers foretold.

Most highly favour'd lady,' Gloria!

 

Then gentle Mary meekly bowed her head,

'To me be as it pleaseth God,' she said,

'My soul shall laud and magnify His Holy Name.'

Most highly favour'd lady, Gloria!

 

Of her, Emmanuel, the Christ, was born

In Bethlehem, all on a Christmas morn,

And Christian folk throughout the world will ever say:

'Most highly favour'd lady,' Gloria!

 

Gabriëls Boodschap

 

Gloria

De engel Gabriël kwam van de hemel,

Zijn vleugels als opgestoven sneeuw, zijn ogen als vlammen;

"Wees gegroet", zei hij, "gij nederige maagd Maria,

Meest bevoorrechte vrouw", Gloria!

 

“Want als gezegende moeder zult ge bekend staan,

Alle generaties loven en eren u,

Uw zoon zal Immanuël zijn,  zoals door profeten voorspeld.

Meest bevoorrechte vrouw", Gloria!

 

Toen boog de vriendelijke Maria nederig haar hoofd,

"Mij geschiede zoals het God behaagt", zei zij,

"Mijn ziel zal zijn heilige Naam loven en verheerlijken".

Meest bevoorrechte vrouw. Gloria!

 

Uit haar werd Immanuël, de Christus, geboren

In Bethlehem, al op een Kerstmorgen,

En Christenmensen op de hele wereld zullen altijd zeggen:

"Meest bevoorrechte vrouw, Gloria!"

up_naarboven

 

 

God rest you merry, gentlemen

 

God rest you merry, gentlemen,
Let nothing you dismay,
For Jesus Christ our Saviour
Was born upon this day,
To save us all from Satan's power
When we were gone astray:
O tidings of comfort and joy,
Comfort and joy,
O tidings of comfort and joy!

From God our heavenly Father
A blessed angel came,
And unto certain shepherds
Brought tiding of the same,
How that in Bethlehem was born
The Son of God by name:
O tidings of comfort and joy,
 

The shepherds at those tidings

Rejoiced much in mind,

And left their flocks a-feeding,

In tempest, storm and wind,

And went to Bethlehem straightway

This blessed babe to find:
O tidings of comfort and joy,

But when to Bethlehem they came,

Whereat the infant lay,

They found him in a manger,

Where oxen feed on hay;

His mother Mary kneeling,

Unto the Lord did pray:

O tidings of comfort and joy,

 

Now to the Lord sing praises,

All you within this place,

And with true love and brotherhood

Each other now embrace;

This holy tide of Christmas

All others doth deface:

O tidings of comfort and joy,

God laat u blij zijn, heren,

laat niets u ontmoedigen,

want Jezus Christus onze Redder

werd op deze dag geboren,

om ons van Satans macht te redden

als wij afdwaalden:

O boodschap van troost en vreugde,

Troost en vreugde,

O boodschap van troost en vreugde!

 

Van God onze hemelse Vader

kwam een gezegende engel,

en tegen zekere herders

brachten zij er een boodschap over,

hoe in Bethlehem geboren werd

de Zoon van God genaamd:

O boodschap van troost en vreugde,

 

Om die boodschap waren de herders

innerlijk zeer verheugd,

en lieten hun kuddes grazen,

in noodweer, storm en wind,

en gingen onmiddellijk naar Bethlehem

om deze gezegende baby te vinden:

O boodschap van troost en vreugde,

 

Maar toen ze in Bethlehem kwamen,

waar het kind lag,

vonden ze hem in een voerbak,

waar ossen hooi uit eten;

Zijn knielende moeder Maria,

bad tot God:

O boodschap van troost en vreugde,

 

Zingt nu lofliederen voor de Heer,

U allen in deze ruimte,

en met echte liefde en vriendschap,

omhels elkaar;

Deze heilige Kersttijd

overschaduwt alle andere:

O boodschap van troost en vreugde,

 

up_naarboven

 

Good king Wenceslas

 

Good king Wenceslas

 

Good King Wenceslas look'd out

On the feast of Stephen

When the snow lay round about,

Deep, end crisp, and even:

Brightly shone the moon that night,

Though the frost was cruel,

When a poor man came in sight,

Gath'ring winter fuel.

 

'Hither, page, and stand by me,

If thou know'st it, telling,

Yonder peasant, who is he?

Where and what his dwelling?'

'Sire, he lives a good league hence,

Underneath the mountain,

Right against the forest fence,

By Saint Agnes fountain.'

 

'Bring me flesh and bring me wine,

Bring me pine-logs hither:

Thou and I will see him dine,

When we bear them thither.'

Page and monarch, forth they went,

Forth they went together;

Through the rude wind's wild lament

And bitter was the weather.

 

'Sire, the night is darker now,

And the wind blows stronger;

Fails my heart, I know not how;

I can go no longer.'

'Mark my footsteps, good my page;

Tread thou in them boldly:

Thou shalt find the winter's rage

Freeze thy blood less coldly.'

 

In his master's steps he trod,

Where the snow lay dinted;

Heat was in the very sod

Which the Saint had printed.

Therefore, Christian men, be sure,

Wealth or rank possessing,-

Ye who now will bless the poor,-

Shall yourselves find blessing.

De goede koning Wenceslas

 

De goede koning Wenceslas keek uit

Op het feest van Stephanus*

Toen de sneeuw rondom lag,

Diep en knisperend en glad:

Helder scheen de maan die nacht,

Hoewel de vorst genadeloos was,

Toen een arme man in zicht kwam,

Die winterbrandstof verzamelde.

 

"Hier, schildknaap, en kom bij me staan,

Als je het weet, vertel het dan,

Gindse boer, wie is hij?

Waar en wat is zijn verblijfplaats?"

"Sire, hij woont een goede mijl hier vandaan,

Onder aan de berg,

Direct tegen de rand van het woud,

Bij de fontein van Sint Agnes."

 

"Breng me vlees en breng me wijn,

Breng me blokken dennenhout:

Gij en ik zullen hem zien dineren,

Als we ze daarheen dragen."

Schildknaap en vorst, voort gingen zij,

Samen gingen zij voort;

Door het wilde gejammer van de ruwe wind

En bitter was het weer.

 

"Sire, de nacht is donkerder nu,

En de wind waait sterker;

Faalt mijn hart, ik weet niet hoe;

Ik kan niet langer gaan."

"Let goed op mijn voetstappen, mijn knaap;

Stapt gij er dapper in:

Gij zult merken dat de woede van de winter

Uw bloed minder koud laat stollen."

 

In zijn meesters voetstappen stapte hij,

Waar de sneeuw ingedeukt was;

Warmte zat in juist die zoden

Waarop de Heilige een afdruk had gemaakt.

Daarom, Christen mensen, weest zeker,

Of ge weelde of status bezit,-

Gij die nu de armen wilt zegenen,-

Zal zelf zegen ondervinden.

 

* 26 december

up_naarboven

 

 

Hark the herald angels sing

 

Hark! The herald angels sing,
“Glory to the newborn King;
Peace on earth, and mercy mild,
God and sinners reconciled!”
Joyful, all ye nations rise,
Join the triumph of the skies;
With th’angelic host proclaim,
“Christ is born in Bethlehem!”

Refrain

Hark! the herald angels sing,
“Glory to the newborn King!”

Christ, by highest heav’n adored;
Christ the everlasting Lord;
Late in time, behold him come,
Offspring of a virgin’s womb.
Veiled in flesh the Godhead see;
Hail th’incarnate Deity,
Pleased as man with man to dwell,
Jesus our Emmanuel.

Refrain

Hail the heav’nborn Prince of Peace!
Hail the Sun of Righteousness!
Light and life to all He brings,
Risen with healing in His wings;
Mild He lays His glory by,
Born that man no more may die.
Born to raise the sons of earth,
Born to give them second birth.

Refrain

Hoor! De engelenbodes zingen,

"Eer aan de pasgeboren Koning;

Vrede op aarde en milde genade,

God en zondaars verzoend!"

Al gij naties, sta vreugdevol op,

Voeg u bij de triomf van de hemelen;

Verklaar met de engelenschaar,

"Christus is geboren in Bethlehem!"

Refrein

Hoor! De engelenbodes zingen,

"Glorie aan de pasgeboren Koning!"

 

Christus, door de hoogste hemel aanbeden;

Christus de eeuwigdurende Heer;

Laat in de tijd, zie hem komen,

Nakomeling uit de schoot van een maagd.

Zie de in vlees verhulde Goddelijkheid;

Begroet de vleesgeworden Godheid,

Die verkoos om als mens onder mensen te wonen,

Jezus onze Immanuel.

Refrein

 

Begroet de hemelse Prins van de Vrede!

Begroet de Zoon der Gerechtigheid!

Licht en leven brengt Hij aan allen,

Opgestaan met genezing achter de hand.

Goedaardig legt hij zijn eer opzij,

Geboren, mag die man niet meer sterven.

Geboren om de zonen der aarde te verheffen,

Geboren om hen wedergeboorte te geven.

Refrein

 

up_naarboven

 

 

In the bleak midwinter

 

In the bleak midwinter

Frosty wind made moan,

Earth stood hard as iron,

Water like a stone;

Snow on snow,

Snow on snow,

In the bleak midwinter,

Long ago.

 

Our God, heav'n cannot hold him

Nor the earth sustain;

Heav'n and earth shall flee away

When he comes to reign:

In the bleak midwinter

A stable place sufficed

The Lord God Almighty

Jesus Christ.

 

Enough for him, whom cherubim

Worship night and day,

A breastful of milk,

And a mangerful of hay;

Enough for him, whom angels

Fall down before,

The ox and ass and camel

Which adore.

 

Angels and archangels

May have gathered there,

Cherubim and seraphim

Thronged the air:

But only his mother

In her maiden bliss

Worshipped the beloved

With a kiss.

 

What can I give him,

Poor as I am?

If  I were a shepherd

I would bring a lamb;

If I were a wise man

I would do my part;

Yet what I can I give him

Give my heart.

In de gure midwinter

Kreunde de ijzige wind,

De aarde was hard als ijzer,

Water als een steen;

Sneeuw op sneeuw,

Sneeuw op sneeuw,

In de gure midwinter,

Lang geleden.

 

Onze God, de hemel kan hem niet tegenhouden

Noch kan de aarde volharden;

Hemel en aarde zullen wegvluchten

Als hij komt heersen:

In de gure midwinter

Voldeed een plaats in de stal

De Here God Almachtig

Jezus Christus.

 

Genoeg voor hem, die cherubijnen

Dag en nacht aanbidden,

Een borst vol met melk,

Een kribbe vol hooi,

Genoeg voor hem, waar de engelen

Voor neervallen,

Wie de os en ezel en kameel

vereren.

 

Engelen en aartsengelen

Kunnen daar bijeengekomen zijn,

Cherubijnen en serafijnen

Verdrongen elkaar in de lucht:

Maar alleen zijn moeder

In haar maagdelijke gelukzaligheid

Aanbad de geliefde

Met een kus.

 

Wat kan ik hem geven,

Arm als ik ben?

Als ik een herder was

Zou ik een lam brengen;

Als ik een wijs man was

Zou ik mijn bijdrage leveren;

Toch, geef ik hem wat ik kan

Ik geef mijn hart.

 

up_naarboven

 

I Wonder as I Wander

 

 

 

 

I wonder as I wander

 

I wonder as I wander out under the sky,

How Jesus, the Saviour, did come for to die.

For poor or-nery people like you and like I:

I wonder as I wander, out under the sky.

 

When Mary birthed Jesus, 'twas in a cow's stall,

With wise men and farmers and shepherds and all.

But high from God's heaven, a star's light did fall,

And the promise of ages it then did recall.

 

If Jesus had wanted for any wee thing:

A star in the sky, or a bird on the wing;

Or all of God's Angels in heaven to sing,

He surely could have it, cause he was the King!

 

I wonder as I wander out under the sky,

How Jesus, the Saviour, did come for to die.

For poor or-nery people like you and like I:

I wonder as I wander out under the sky.

 

Ik vraag me af terwijl ik dwaal

 

Ik vraag me af terwijl ik onder de hemel dwaal,

Hoe Jezus, de Verlosser, kwam om te sterven.

Voor arme gewone mensen zoals jij en zoals ik:

Ik vraag het me af terwijl ik onder de hemel dwaal.

 

Toen Maria Jezus baarde, was het in een koeienstal,

Met wijze mannen en boeren en herders en zo.

Maar hoog uit Gods hemel, kwam het licht van een ster,

En de belofte der eeuwen werd erdoor in herinnering gebracht.

 

Als Jezus iets kleins had gewild:

Een ster in de lucht, of een vogel in volle vlucht,

Of al Gods engelen die zingen in de hemel,

Hij zou het zeker kunnen krijgen, want Hij was de Koning.

 

Ik vraag me af terwijl ik onder de hemel dwaal,

Hoe Jezus de Verlosser’, kwam om te sterven

Voor arme gewone mensen zoals jij en zoals ik;

Ik vraag het me af terwijl ik onder de hemel dwaal.

 

 

up_naarboven

Myn Lyking

                                                                      

Myn Lyking

 

1. I saw a fair mayden sytten and sing.

She lulled a lyttel childe,

A sweete Lording.

Lullalay. Lullalay

Lullay my dere herte,

myn own dere derling.

 

2.That same Lord is he that made allething;

Of alle lord is he is Lord,

of alle kynges Kyng,

Lullalay. Lullalay

Lullay my dere herte,

myn own dere derling.

 

3.There was mickle melody at that childes birth.

All that were in heav’nly bliss,

they made micle mirth.

Lullalay. Lullalay

Lullay my dere herte,

myn own dere derling.

 

4.Angels bright sang their son to that child;

Blyssed be thou, abd so be she,

so meek and so mild.

Lullalay. Lullalay

Lullay my dere herte,

myn own dere derling.

 

Mijn Lieveling

 

Ik zag een mooi meisje zitten en zingen.

Zij zong een klein kindje in slaap, een kleine lieve Heer.

Lullalay, lullalay,

Lullalay mijn lieve hartje,

Mijn eigen lieve schatje.

 

Die zelfde Heer is hij die alles maakte;

Van alle heren is hij Heer, van alle koningen Koning.

Lullalay, lullalay,

Lullalay mijn lieve hartje,

Mijn eigen lieve schatje.

 

Er was veel melodie bij de geboorte van dat kind.

Het was allemaal in hemels geluk, ze maakten veel vrolijkheid.

Lullalay, lullalay,

Lullalay mijn lieve hartje,

Mijn eigen lieve schatje.

 

Blinkende engelen zongen hun lied voor dat kind;

Gezegend zijt gij, en ook zij, zo deemoedig en onschuldig.

Lullalay, lullalay,

Lullalay mijn lieve hartje,

Mijn eigen lieve schatje.

 

up_naarboven

 

 

 

Nativity Carol

 

Nativity Carol 

 

 

Born in a stable so bare,

Born so long ago;

Born 'neath light of star

He who loved us so.

 

Refrain: 

Far away silent he lay,

Born today, your homage pay,

For Christ is born for aye,

Born on Christmas Day. 

 

Cradled by mother so fair, 

Tender her lullaby;

Over her son so dear 

Angel hosts fill the sky.

Refrain.

 

Wise men from distant far land, 

Shepherds from starry hills 

worship this babe so rare,

Hearts with his warmth he fills.

Refrain.

 

Love in that stable was born 

Into our hearts to flow;

Innocent dreaming babe,

Make me thy love to know.

Refrain.

Geboorte Lied

 

 

Geboren in een stal zo kaal,

Zo lang geleden geboren;

Geboren onder sterrenlicht

Hij die ons zo liefhad.

 

Refrein:

Ver weg lag hij stil,

Vandaag geboren, breng je hulde,

Want Christus is geboren voor eeuwig,

Geboren op eerste Kerstdag.

 

In de wieg gelegd door een moeder zo schoon,

Teder haar wiegelied;

Boven haar zoon zo lief

Vullen engelen scharen de hemel.

Refrein.

 

Wijze mannen uit een ver, ver land,

Herders uit heuvels onder de sterren

Aanbidden deze zo zeldzame baby,

Hij vult harten met zijn warmte.

Refrein.

 

Liefde werd in die stal geboren

Om in onze harten te vloeien;

Onschuldige dromende baby,

Laat mij uw liefde kennen.

Refrein.

 

up_naarboven

 

 

 

O come all ye faithful

 

O come, all ye faithful,

Joyful and triumphant,

O come ye, o come ye to Bethlehem;

Come and behold him

Born the King of Angels:

O come, let us adore him, Christ the Lord.

 

God of God

Light of Light,

Lo! He abhors not the Virgin's womb;

Very God, Begotten, not created:

O come, let us adore him, Christ the Lord.

 

See how the shepherds,

Summoned to his cradle,

Leaving their flocks, draw nigh with lowly fear;

We too will thither

Bend our joyful footsteps:

O come, let us adore him, Christ the Lord.

 

Lo! Star-led chieftains,

Magi, Christ adoring,

Offer him incense, gold and myrrh;

We to the Christ Child

Bring our heart's oblations:

O come, let us adore him, Christ the Lord.

 

Child, for us sinners

Poor and in the manger,

Fain we embrace thee, with awe and love;

Who would not love thee,

Loving us so dearly?

O come, let us adore him, Christ the Lord.

 

Sing, choirs of angels,

Sing in exultation,

Sing, all ye citizens of heav'n above;

Glory to God in the highest:

O come, let us adore him, Christ the Lord.

 

Yea, Lord, we greet thee,

Born this happy morning,

Jesu, to thee be glory giv'n;

Word of the Father, now in flesh appearing:

O come, let us adore him, Christ the Lord.

O komt, allen gij gelovigen,

Blij en triomfantelijk,

O komt gij, o komt gij naar Bethlehem;

Komt en aanschouwt hem

Geboren de Koning der Engelen:

O komt, laten wij hem aanbidden, Christus de Heer.

 

God uit God,

Licht uit Licht,

Ziet! Hij verafschuwt de schoot van de Maagd niet;

Echte God, Geboren, niet geschapen:

O komt, laten wij hem aanbidden, Christus de Heer.

 

Ziet hoe de herders,

Bij zijn kribbe ontboden,

Hun kudden achterlatend, nederig bevreesd naderen;

Ook wij zullen daarheen

Onze blijde schreden richten:

O komt, laten wij hem aanbidden, Christus de Heer.

 

Ziet! Opperhoofden, door een ster geleid,

Magiërs, die Christus aanbidden,

Offeren hem wierook, goud en mirre;

Wij brengen het Christus Kind

De offeranden van ons hart:

O komt, laten wij hem aanbidden, Christus de Heer.

 

Kind, voor ons zondaars

Arm en in de kribbe,

Graag omhelzen wij u, met ontzag en liefde;

Wie zou u niet liefhebben,

Die ons zo innig lief heeft?

O komt, laten wij hem aanbidden, Christus de Heer.

 

Zingt, engelen koren,

Zingt in verrukking,

Zingt, al gij burgers van de hemel boven;

Glorie tot God in den hoge:

O komt, laten wij hem aanbidden, Christus de Heer.

 

Ja, Heer, wij begroeten u,

Geboren op deze gelukkige morgen,

Jezus, aan u zij de glorie gegeven;

Woord van de Vader, nu in vlees verschijnend:

O komt, laten wij hem aanbidden, Christus de Heer.

 

up_naarboven

 

Once in Royal Davids City

 

Once in royal David's city

Stood a lowly cattle shed,

Where a mother laid her baby

In a manger for his bed:

Mary was that mother mild,

Jesus Christ her little child.

 

He came down to earth from heaven

Who is God and Lord of all,

And his shelter was a stable,

And his cradle was a stall;

With the poor and mean and lowly

Lived on earth our Saviour holy.

 

And through all his wondrous childhood

He would honour and obey,

Love and watch the lowly maiden,

In whose gentle arms he lay:

Christian children all must be

Mild, obedient, good as he.

 

For he is our childhood's pattern,

Day by day like us he grew,

He was little, week, and helpless,

Tears and smiles like us he knew:

And he feeleth for our sadness,

And he shareth in our gladness.

 

And our eyes at last shall see him,

Through his own redeeming love,

For that child so dear and gentle

Is our Lord in heaven above.

And he leads his children on

To the place where he is gone.

 

Not in that poor lowly stable,

With the oxen standing by,

We shall see him; but in heaven,

Set at God's right hand on high;

Where like stars his children crowned

All in white shall wait around.

In de koninklijke stad van David

stond eens een nederige veeschuur,

Waar een moeder haar baby in een

Kribbe legde als bed:

Maria was die zachtaardige moeder,

Jezus Christus haar kleine kind.

 

Hij die God is en Heer van allen,

daalde naar de aarde af uit de hemel,

en zijn onderkomen was een stal,

en zijn wieg was een plek in een stal;

Met de armen en de geringen en nederigen

leefde onze heilige Redder op aarde.

 

En zijn hele wondere kindsheid door

zou hij eren en gehoorzamen,

liefhebben en in 't oog houden,

de nederige maagd in wier tedere armen hij lag:

Christenkinderen moeten allemaal

zachtaardig, gehoorzaam en goed zijn zoals hij.

 

Want hij is het voorbeeld voor onze kindsheid,

dag na dag groeide hij zoals wij,

hij was klein, zwak en hulpeloos,

tranen en glimlachen kende hij als wij:

en hij voelt onze droefheid aan,

en hij deelt in onze blijdschap.

 

En uiteindelijk zullen onze ogen hem zien,

door zijn eigen bevrijdende liefde,

want dat kind zo lief en teder

is onze Heer in de hemel boven.

en hij leidt zijn kinderen voort

naar de plaats waarheen hij gegaan is.

 

Niet in die arme nederige stal,

met de koeien er bij staand,

zullen wij hem zien; maar in de hemel,

gezeten aan Gods rechterhand in den hoge;

waar zijn kinderen als sterren gekroond

allemaal in het wit zullen rondlopen.

 

 

 

 

up_naarboven

See amid the winter's snow

 

See amid the winter's snow,

Born for us on earth below;

See the tender Lamb appears,

Promis'd from eternal years:

Refrain:

Hail, thou ever blessed morn:

Hail, redemption's happy dawn;

Sing through all Jerusalem,

Christ is born in Bethlehem.

 

Lo, within a manger lies

He who built the starry skies;

He who, throned in height sublime,

Sits amid the cherubim:

Refrain:

 

Say, ye holy shepherds, say

What your joyful news today:

Wherefore have you left your sheep

On the lonely mountain steep?

Refrain:

 

'As we watch'd at dead of night,

Lo, we saw a wondrous light;

Angels singing "Peace on earth"

Told us of the Saviour's birth:

Refrain:

 

Sacred infant, all divine,

What a tender love was thine,

Thus to come from highest bliss

Down to such a world like this:

Refrain:

 

Teach, O teach us, Holy Child,

By thy face so meek and mild,

Teach us to resemble thee,

In thy sweet humility:

Refrain:

Zie temidden van de wintersneeuw,

Geboren voor ons beneden op aarde;

Zie het tedere Lam verschijnt,

Eeuwen geleden beloofd:

Refrein

Heil, gij altijd gezegende morgen:

Heil, gelukkige dageraad van verlossing;

Zing door heel Jeruzalem,

Christus is geboren in Bethlehem

 

Kijk, in een kribbe ligt

Hij die de sterrenhemel bouwde;

Hij die, op verheven troon,

Tussen de engelen zit:

Refrein

 

Zeg, gij heilige herders, zeg

Wat is je blijde nieuws vandaag:

Waarom hebben jullie je schapen

Op de eenzame steile berg gelaten?

Refrein

 

'Toen we in het holst van de nacht de wacht hielden,

Zie, we zagen een verwonderlijk licht;

Engelen zingend "Vrede op aarde"

Vertelden ons over de geboorte van de Heiland:

Refrein

 

Geheiligd kind, helemaal goddelijk,

Wat een tedere liefde had gij,

Om zo van hoogste zaligheid omlaag te komen

naar een wereld als deze:

Refrein

 

Leer, O leer ons, Heilig Kind,

Door uw zacht en goedaardig aangezicht,

Leer ons op u te gelijken,

in uw lieve nederigheid:

Refrein

 

up_naarboven

The first nowell*

 

The first Nowell the angel did say

Was to certain poor shepherds in fields as they lay;

In fields where they lay, keeping their sheep,

On a cold winter's night that was so deep:

 

Refrain:

Nowell, nowell, nowell, nowell,

Born is the King of Israel.

 

They looked up and saw a star,

Shining in the east, beyond them far;

And to the earth it gave great light,

And so it continued both day and night:

Refrain

 

And by the light of that same star,

Three wise men came from country far;

To seek for a king was their intent,

And to follow the star wherever it went:

Refrain

 

This star drew nigh to the north-west;

O'er Bethlehem it took its rest,

And there it did both stop and stay

Right over the place where Jesus lay:

Refrain

 

Then enter'd in those wise men three,

Full rev'rently up on their knee,

And offer'd there in his presence

Their gold and myrrh and frankincense:

Refrain

 

Then let us all with one accord

Sing praises to our heav'nly Lord,

That hath made heav'n and earth of naught,

And with his blood mankind hath bought:

Refrain

De eerste "vreugderoep" die de engel zei

Was tot zekere arme herders die in de velden lagen;

In velden waar ze lagen, hun schapen hoedend,

Diep in een koude winternacht:

 

Refrein:

Nowell, nowell, nowell, nowell,

Geboren is de Koning van Israël.

 

Ze keken op en zagen een ster,

Schijnend in het oosten, ver voorbij hen;

En op de aarde gaf het een groot licht,

En zo ging het dag en nacht door:

Refrein

 

En bij het licht van diezelfde ster,

Kwamen drie wijze mannen uit een ver land;

Naar een koning te zoeken was hun bedoeling,

En om de ster te volgen waarheen hij ook ging:

Refrein

 

Deze ster trok bijna naar het noordwesten;

Boven Bethlehem nam hij zijn rust,

En daar stopte hij en bleef staan

Precies boven de plek waar Jezus lag:

Refrein

 

Toen gingen die drie wijze mannen naar binnen,

Heel eerbiedig op hun knieën,

En offerden daar in zijn aanwezigheid

Hun goud en mirre en wierook:

Refrein

 

Laten wij dan allen éénstemmig

Lof zingen tot onze hemelse Heer,

Die hemel en aarde gemaakt heeft uit niets,

En met zijn bloed de mensheid gekocht heeft:

Refrein

 

*Nowell is een middeleeuwse vreugderoep die in Engelse kerstliederen nog gebruikt wordt. Hiervoor is geen goede vertaling. In het Frans is dit Noël geworden, het woord voor kerstfeest.

 

 

up_naarboven

Torches

 

Torches, torches, run with torches
All the way to Bethlehem!
Christ is born and now lies sleeping;
Come and sing your song to him!


Ah, ro-ro, ro-ro my baby
Ah, ro-ro, my love, ro-ro
Sleep you well, my heart’s own darling,
While we sing you our ro-ro.

 

Sing, my friends, and make you merry,
Joy and mirth, and joy again:
Lo, he lives, the King of heaven,
Now and evermore.
Amen.

Toortsen, toortsen, ren met toortsen

de hele weg naar Bethlehem!

Christus is geboren en ligt nu te slapen:

Kom en zing je lied voor hem!

 

Ah, ro-ro, ro-ro mijn baby
Ah, ro-ro, mijn liefje, ro-ro
Slaap maar goed, liefste van mijn hart,

terwijl wij voor jou ons roro zingen.

 

Zing, mijn vrienden, en maak je vrolijk,

Vreugde en blijdschap, en dan weer vreugde:

Kijk, hij leeft, de Koning van de hemel,

Nu en altijd. Amen,

 

up_naarboven